dinsdag 16 juni 2015

OOSTZEE EN GOLFEN. WAT EN WAAR?


     MEER ZOET DAN ZOUT WATER.



                               IN DE OUDHEID DE MARE SUEVICUM.


DE OOSTZEE.

De Oostzee is een ondiepe ingesloten zee, met de Atlantische Oceaan verbonden door betrekkelijk nauwe wateren, de Sont en de belten; boven dien door het Noord-Oostzeekanaal (Kieler Kanaal) met de Duitse bocht.
De Oostzee wordt omsloten door de landen Denemarken en Zweden in het westen, Finland en Rusland aan de oostzijde en Polen en Duitsland in het zuiden. Sommigen rekenen ook het Kattegat, de toegang tot de Sont en de Belten tot de toegang van de Oostzee.



Tot de Oostzee wordt gerekend de Botnische Golf, de ondiepe verlenging naar het noorden, de Finse Golf een inham naar het oosten en de Golf van Riga een inham in het zuiden van de Finse Golf naar het zuiden omsloten door Rusland.
De totale oppervlakte van de Oostzee (exclusief het Kattegat) is ongeveer 422.000 km²; de gemiddelde diepte is 55 meter en de grootste diepte ten noorden van het eiland Gotland is 459 meter. 
De totale lengte van de Oostzee in noord-zuid richting is 700 zeemijl (van Gdynia naar Haparanda).
De grootste breedte is ongeveer 95 mijl; in de Botnische Golf en Finse Golf is hij echter veel minder breed.
De belangrijkste eilanden zijn; Sjaeland, Fyn, Lolland, Falster en Bornholm (Denemarken); Fehmarn, Rügen (Duitsland); Öland en Gotland (Zweden); Alands eilanden in het midden van de toegang tot de Botnische Golf (Finland); Chioema en Sarema voor de Golf van Riga (Rusland).


ONTSTAAN, KUSTEN EN RIVIEREN.

De Oostzee is een transgressiezee die aan het einde van het pleistoceen is ontstaan door het smelten van het ijs, oorzaak van het rijzen van de zeespiegel. Gedurende het pleistoceen was de Oostzee geheel met ijs bedekt.
De kusten zijn over het algemeen laag; in het zuiden is het over lange gedeelten een duinenstrand met veel hafvormen. Een hafvorm is een inham achter een landtong waardoor zogenaamde strandmeren door ontstaan. In de omgeving van Stockholm vindt men rotsachtige, met naaldhout begroeide eilandjes vlak bij de kust.
De belangrijkste rivieren die hun water lozen in de Oostzee zijn: de Newa, Narva, Dwina, Weichel, Oder, Dal, Angerman, Ume en Tarne. Daar er uit al die rivieren veel meer zoet water de Oostzee in stroomt dan aan de oppervlakte verdampt of als onderstroom uit het Kattegat in stroomt, is het zoutgehalte van de Oostzee zeer gering. Bij Denemarken is dit tussen 10% en 22%, doch in de Botnische en Finse Golf zelfs minder dan 3%. Hierdoor is het zeeniveau in de Oostzee iets hoger dan op de oceaan, zodat er van de Oostzee uit steeds een oppervlaktestroom naar buiten loopt door de Sont en de belten: de Baltische Stroom, terwijl er een zwakkere onderstroom van oceaanwater naar binnen vloeit.


KLIMAAT.

(IJsbrekers begeleiden de schepen naar de haven gedurende de winter.)

Door het Noorse bergland iets beschut tegen de westenwindgordel op de Atlantische Oceaan, is het klimaat van de Oostzee overwegend continentaal (landklimaat), dat wil zeggen grote temperatuurverschillen tussen de zomer en de winter.
Het stormpercentage is lager dan op de Noordzee en er komt meer mist voor. De grootste tegenstelling tussen de Oost- en de Noordzee is echter de ijsvorming. Terwijl dit op de Noordzee zelfs dicht bij de kusten een zeldzaamheid is, vriezen gedurende normale winters, te beginnen in november, grote gedeelten van de Oostzee dicht, zoals de gehele Botnische en Finse Golf. Langs de kusten van de eigenlijke Oostzee is ijsvorming, terwijl in strenge winters zelfs de gehele Oostzee door vast ijs wordt bedekt. In maart heeft het ijs zijn grootste uitbreiding.
De temperatuur van het oppervlaktewater is in de zomer meestal tussen 12 en 17 graden C.

ZEESTROMEN EN GETIJDEN.

De zeestromen worden grotendeels veroorzaakt door de wind.
Getijden zijn in de Oostzee weinig merkbaar; de verschillen tussen hoog- en laagwater bedragen hoogstens enkele decimeters.

BOTNISCHE GOLF.

De kust en de zeebodem van de Botnische Golf, benoorden 62 graden noorderbreedte rijzen al geruime tijd, waardoor slechts schepen met een geringe diepgang de noordelijke havens kunnen bereiken. De belangrijkste havens in de Botnische Golf zijn Stockholm, Gävle en Sundsvall in Zweden; Vaasa en Turku in Finland.

(De Finse kust in herfstkleuren.)

 De Botnische Golf is ongeveer 360 zeemijl lang en van 120 tot 50 zeemijl breed: de maximum waterdiepte is 100 meter, doch gemiddeld zeer gering. Deze enorme golf lijkt meer op een groot Scandinavisch meer en heeft vele eigenschappen van een zoet-watermeer.
Gedurende meer dan vijf maanden van het jaar kan deze golf per slede worden overgestoken.
De kusten rijzen regelmatig 1,5 meter per 100 jaar, zodat sinds het midden van de voor laatste eeuw de havens hier steeds ondieper worden, niettegenstaande het regelmatig uitdiepen ervan.
Tankers met brandstof voor verwarming in de winter periode beginnen daarom meestal met het lossen van gedeelten van hun lading in de meest zuidelijk gelegen havens, om met zeer geringe diepgang de noordelijk gelegen havens te bereiken.


Daar het water in de Botnische Golf meer zoet is dan zout, bevriest dit dan ook gelijk met de minste spray die over een schip heen komt.
Het levert vaak mooie plaatjes op, maar kan ook gevaarlijk zijn door het gewicht van het ijs.

(Een bevroren afsluiter manifold van een tanker, waarvan in de haven eerst het ijs verwijderd dient te worden voordat men kan beginnen met het lossen van de lading.)



Vele riviertjes en rivieren stromen uit in de Botnische Golf, die, vooral langs de kusten, volgestrooid is met talloze kleine eilandjes en daarbij vol zit met zandbanken, rotsen en klippen, zodat de navigatie hier zeer zorgvuldig gevoerd moet worden. Op de kusten liggen zeer veel houtzagerijen die de houtvoorraad van Zweden en Finland klaar maken voor export en verscheping.

FINSE GOLF.

De Finse Golf is ongeveer 195 zeemijl lang, tot 60 zeemijl breed en heeft veel eilanden en belangrijke havens. De maximum waterdiepte is iets meer dan 100 meter. Aan het oostelijke einde bevindt zich de Karelische Landengte, welke de Finse Golf van het Ladogameer scheidt en Russische gebied is.
Het nauwste gedeelte van de golf is in het oosten en de maximum diepte is hier maar 7,5 meter. De golf is jaarlijks 3 tot 5 maanden dichtgevroren. In het oostelijkste eind bevindt zich de delta van de rivier de Newa. Het einde van het Saimaakanaal (uitlaat van het Finse Saimaa meren systeem) is bij Wiborg, op Russisch gebied, dicht bij de grens van Finland. Aan de zuidkust ligt Narwa aan de mond van de rivier de Narwa, die verbinding geeft met het Peipsimeer. De Newa en het Ladokanaal verbinden de Finse Golf met het grote Ladogameer en het bijna even grote Onegameer.
De Finse heeft veel zandbanken en rotsen die de navigatie bemoeilijken.
Bij de aanloop naar Sint Petersburg, het voormalige Leningrad, ligt de bekende marinebasis Kronstadt. Aaan de noordkust liggen de Finse havens Kotka, de Finse hoofdstad Helsinki en de Russische marinebasis Porkkala, door een verdrag van Finland gehuurd.
Andere Russische havens zijn: Wiborg en aan de zuidkust Tallin en de marinebasis Paldiki


KATTEGAT.

Het Kattegat is een zeestraat tussen Denemarken en Zweden, is tot 123 meter diep en van 30 tot 80 zeemijl breed.
Dit vaarwater gaat in het noorden over in het Skagerrak, wat de toegang geeft tot de Noordzee.
In het zuiden loopt de toegang tot de eigenlijke Oostzee door de Sont en de Belten.
Gedurende de zomermaanden is het Kattegat een populair en druk watersport gebied voor de zeilschepen.

De belangrijkste havens van de Oostzee zijn: Kopenhagen, Flensburg, Kiel, Malmö, Stockholm, Riga, Kalingrad (Koningsbergen), Gdynis (Danzig) en Stettin.



KIELER KANAAL.

Het Kieler kanaal is een kanaal tussen de Oostzee en de Noordzee. De oorspronkelijke naam is het Kaiser Wilhelm Kanal en heet nu het Nord-Ostsee Kanal.

GESCHIEDENIS.

Het kanaal werd tussen 1887 en 1895 in opdracht van de Duitse keizer Wilhelm I gegraven. Duitsland ging tot de aanleg over vooral op strategische gronden. Tot het Vredesverdrag van Versailles (28-06-1919) had Duitsland het kanaal eenzijdig opengesteld voor handelsschepen van alle staten. De artikelen 380 t/m 386 van het Vredesverdrag verplichtten Duitsland:
1- het kanaal open te stellen voor alle handels- en oorlogschepen van staten waarmede dit land in vrede verkeerde. (art.380);
2- niet te discrimineren (art. 381);
3- slechts heffingen op te leggen die nodig waren voor het dekken van de exploitatiekosten van het kanaal (art.382);
4- eventuele versperringen te verwijderen (art. 385)
In 1921 deed zich een incident voor met betrekking tot het Britse ss. 'Wimbledon'. Dit schip vervoerde wapens naar Polen, dat in oorlog was met Rusland. Zich beroepend op zijn neutraliteit in dit conflict, weigerde Duitsland het schip de doorvaart.
Het Permanente Hof van Internationale Justitie, waaraan de zaak werd voorgelegd, oordeelde dat Duitsland slechts aan vijandelijke schepen de doorvaart mocht weigeren als het zelf bedreigd was.
Op 14-11-1936 verklaarde Duitsland eenzijdig zich niet meer gebonden te achten aan de genoemde bepalingen van het Verdrag van Versailles. Niettemin bleef het kanaal tot de Tweede Wereldoorlog open voor alle handelsschepen. het is omstreden of momenteel het Verdrag van Versailles nog van toepassing is op het kanaal. Indien dit niet het geval mocht zijn, is Duitsland niet gerechtigd het kanaal te sluiten voor buitenlandse schepen.
Door de oprichting van de Europese Unie en nieuwe bepalingen is de doorgang nu vrij voor alle landen en wordt het Nord-Ostsee Kanal gezien als een internationaal vaarwater, waar de schepen afhankelijk van hun tonnage doorvaartheffingen betalen.


DE MARITIEME GESCHIEDENIS.

De Noormannen waren rond 600 de eersten waarvan bekend is dat zij de Oostzee bevoeren, op zoek naar handel of buit. Zij gingen naar de zuidkust en voeren de rivieren op om handel te drijven, te plunderen of vestigingen te stichten.
De heersers van Kiew en Nowgorod, die toen een groot gebied langs de Russische rivieren beheersten, verhandelde producten uit het Noorden en soms ook de bewoners van de noordelijke landen tegen de luxe waren uit het Oosten.
Sinds de oudheid was de Oostzee befaamd als bron van amber die gevonden werd bij de kusten van Smaland. 
Vanaf het begin van de 12e eeuw brachten Zwaardridders en de ridders van de Teutoonse orde Duits gezag over de primitieve en verspreide stammen die de wouden, de moerassen en de rivieroevers bezuiden de Ooszeekust bewoonden

Kooplieden en ambachtslieden volgden in hun kielzoog steden werden gebouwd en handelsposten ontstonden aan de kusten totdat het machtige stedenverbond van de Hanze verscheen. Visby op Gotland, Lübeck, Stettin en Danzig breidden zich snel uit en werden bloeiende havens.
Vanaf de 16e eeuw werd de Oostzee de arena van tegenstrijdige ambities van Oost- en West Europa. Na meer dan een eeuw van Zweeds en Pools overwicht kwam in de 18e eeuw de gehele zuidkust van de Finse Golf en de ten zuiden daarvan liggende oostkust onder bestuur van het Russische rijk; in 1809 ook Finland, losgescheurd van Zweden na een korte oorlog bij de kusten van de Botnische Golf.
Na de Eerste Wereldoorlog werden Finland, Estland, Letland en Litauen onafhankelijke republieken. Slechts Finland wist dit te behouden na het einde van de Tweede Wereldoorlog; Estland, Letland en Litauen kwamen onder het communistische regiem van Rusland; pas na de val van het Sovjet communisme (de val van de Berlijnse Muur) werden dit weer onafhankelijke staten.



Zolang de scheepvaart op de Oostzee niet te zeer door ijs wordt gehinderd, dus van mei tot december, is er steeds een druk scheepvaart verkeer. Vooral bezuiden de lijn Stockholm - Turku.  



Geen opmerkingen:

Een reactie posten