maandag 31 oktober 2011

BLAUWE MOSKEE ISTANBUL. (DEEL 2)



BLAUWE MOSKEE - ISTANBUL.



Wie verwacht een blauw gekleurd bouwwerk te zien komt bedrogen uit. Maar ondanks de wit-grijze kleur is het een fraai stukje bouwkunst.




De Blauwe Moskee, ook wel de Sultan Ahmet Moskee genaamd, is het islamitische antwoord op de Hagia Sophia. Het monoment werd in opdrac ht van sultan Ahmet I tussen 1609 en 1619 gebouwd door de architect Mehmet Aga, bijna 1100 jaar na de voltooiing van de Haghia Sophia en wilde hiermee de grandeur van de christelijke-orthodoxe kerk overtreffen.




                                                  ( De binnenplaats met de reinigingsbron.)

De Blauwe Moskee heeft een centrale koepel van 33 meter doorsnede, gedragen door zware pilaren, waar omheen lagere koepels zijn geplaatst. De koepels met meer dan 250 vensters die voor een fraaie lichtinval zorgen zijn beschilderd met bijna hypnotiserende ontwerpen, bloemmotieven en arabesken in fraaie kleuren.




                                ( De fraaie koepel met zuilen en de eromheen geplaatste koepels.)

De moskee dankt haar naam aan het Iznik tegelwerk wat in de moskee is aangebracht in de kleuren blauw, groen en roodbruin, met een totaal van 20.000 tegeltjes. De blauwe tegeltjes zijn hoofdzakelijk aangebracht op de hogere delen en op de binnenplaats.
Zeer mooi is de gebed nis, de mihrab, die de richting van Mekka aangeeft. Grote aantallen luchters met kleine lampjes verlichten het interieur.



                                                    ( Het fraaie Iznik tegelwerk in de moskee.)

De binnenplaats met in het midden de zeshoekige reinigingsbron is omgeven door een fraaie zuilengalerij met bogen en koepels en heeft de zelfde omvang als de gebedsruimte.



De moskee heeft het ongehoorde aantal van zes minaretten. Het aantal minaretten symboliseerde de rijkdom van de sultan. In de islamitische wereld werd op het aantal minaretten verbolgen gereageerd, daar de Grote Moskee in hun heilige stad Mekka er ook zes had en de sultan zo Mekka naar de kroon zou steken. De sultan loste dit probleem eenvoudig op door de Grote Moskee een zevende minaret te schenken.

De Blauwe Moskee is vrij toegankelijk buiten de vijf gebedstijden per dag en op de heilige vrijdag (de zondag voor de islamieten) vaak langer gesloten. Bij de ingang wordt men vriendelijk verzocht de schoenen uit te trekken en in de verstrekte plastic zakjes bij zich te houden. Niet alle ruimten zijn toegankelijk voor het publiek.








zondag 30 oktober 2011

ISTANBUL ONTSLUIEREN. (DEEL 1)



Je leest erover en ziet ervan op de televisie en dan wil je zelf wel eens een stukje van de sluier oplichten van deze stad met zijn oude geschiedenis. Alhoewel het niet een van de oudste steden is van de Levant; de landen rond het oostelijke deel van de Middellandse Zee en Klein Azië.

Istanbul is een stad; die zowel in Europa ligt als gedeeltelijk in Azië. Beide delen worden van elkaar gescheiden door de zeestraat de Bosporus, de natuurlijke waterweg tussen de Zwarte Zee en de Zee van Marmara, welke weer de Dardarnellen als verbinding heeft met de Egeïsche- en de Middellandse Zee.
Het Europese gedeelte van de stad wordt gedeeltelijk gescheiden door de Gouden Hoorn, waar in het noorden de rivier Alibey Deresi in uitmond en zelf weer uitmond in de Bosporus midden in de stad.





Istanbul werd v.m. rond 667 v.chr. gesticht door de Griekse koning Byas en kreeg de naam Byzantium. Het werd een rijke en machtige nederzetting door het heffen van tolgelden op de lading van de passerende vrachtschepen met hun ladingen graan en olijfolie. In 334 v. chr. neemt Alexander de Grote Anatolië in en ook de stad Byzantium.

In 64 v.chr. werd de stad in het Romeinse Rijk opgenomen, na jaren lange gevechten met Lydische, Persische, Atheense en Macadonische legers voor haar onafhankelijkheid.

In 195 n. chr. werd de stad grotendeels verwoest door de Romeinse veldheer Septimius Severus, daar zij steun verleende aan een tegenstander, maar ook weer door hem herbouwd met de creatie van het Hippodroom.

In de 4e eeuw werd het Romeinse Rijk geteisterd door burgeroorlogen en stevende af op haar verval. Keizer Constatijn besloot om zetel te verhuizen naar Byzantium, wat hij overwoog om Nieuw Rome te noemen, maar het bleef haar oude naam behouden.
Het Romeinse rijk werd door onderlinge strijd in tweeën gesplitst en werd de stad de hoofdstad van het Oost-Romeinse Rijk en werd de naam veranderd in Constantinopol. Constantijn de Grote was ook een voorstander van het christendom.

De 6e eeuw werd gedomineerd door Justanianus, die Constantinopol tot een belangrijke stad maakte die regeerde over de zuidelijke - en oostelijke Middenlandse Zee landen, de Balkan en Noord-Afrika, waaronder Egypte. Uit die periode dateert de Haghis Spophia en de Basilicacisterne. Ook dit rijk raakte in verval door politieke intriges en samenzweringen.




In 1453 nam Sultan Mehmet II Constantinopel in, waardoor er een einde kwam aan het Byzantijnse Rijk. De stad werd gekozen als hoofdstad van het Ottomaanse Rijk, dat zich op zijn hoogte punt uitstrekte van Wenen tot het uiterste puntje van het Arabische schiereiland. In die tijd werd de stad door de Turken Kostantinyye genoemd, maar langzaam werd steeds meer de naam Istanbul gebruikt. Mehmet II liet het Tokapi Paleis bouwen (1459-1465).
Tussen 1609 en 1616 liet Sultan Ahmet I de Blauwe Moskee bouwen.

In 1923 kwam er een einde aan de Ottomaanse staat en werd Mustafa Kemal Atatürk de eerste president van de nieuwe republiek Tukije. Het betekende een voledige breuk met het Ottomaanse verleden.

Sinds het einde van de 2e Wereld Oorlog is Istanbul enorm uitgegroeid aan beide oevers van de Bosporus. wolkenkrabbers, prestigieuze bouwwerken, moderne hangbruggen etc. geven de stad een aanzien van een 21e eeuwse metropool. Maar de oude Ottomaanse stadswijken met hun moskeeën, paleizen en historische bouwwerken stralen nog een oude sfeer uit, waar ik jullie graag van wil laten genieten met opnamen uit het Sultanahmet, Tokapikwartier, Bazaarwijk, Beyoglu en de Bosporus. Tevens met een bezoek aan de ruïnes van de stad Troje.







donderdag 13 oktober 2011

HERFSTDRADEN.




HERFSTDRADEN.







Het is weer de tijd van mist in de ochtend en druilerige motregen de rest van de dag. Maar als het dan even opklaart levert de natuur fraaie plaatjes op, zoals dit spinnenweb dat wel versierd lijkt te zijn met duizenden kleine pareltjes.





Gaat het hard waaien dan gaan ze helaas stuk en als de zon doorbreekt verdampen de kleine waterdruppels. Het is dan ook vaak een momentopname.


woensdag 12 oktober 2011

KASTEEL NIEUWENBROEK. BEESEL.



KASTEEL NIEUWENBROEK - BEESEL.








We steken bij Kessel met het veer de Maas over en volgen de weg naar de gemeente Beesel.


Dat Beesel iets met een draak heeft, is duidelijk te zien op de vlag en het wapen. De gemeente is bekend van de openluchtvoorstelling over de legende van St. Joris en de draak.
Eens in de zeven jaar wordt deze strijd tussen goed en kwaad uitbundig gevierd met een open lucht spel.


Net buiten de bebouwde kom van Beesel lig kasteel Nieuwenbroek. Aan dit fraaie kasteeltje, in een kleine U-vorm gebouwd, zijn nog duidelijk gotische kenmerken te vinden.


Het hoofdgebouw, met trapgevels, dateert uit de 16e eeuw en werd in de 17e eeuw naar een L-vorm verbouwd en in de 18e eeuw met een lagere vleugel naar de huidige U-vorm.




Het ligt open aan de oostzijde van de ruime binnenplaats met zijn toegangspoort, bijgebouwen en boerderij. De binnenplaats of voorplein is toegankelijk via een stenen brug en een torenvormig poortgebouw, wat eertijds een duiventoren was. Boven de ingang van het poortgebouw in het fronton de familiewapens van Ruys en Van Aefferden en op de toren twee windvanen met het jaartal 2005.





Tussen de dienstgebouwen en het hoofdgebouw staan een 18e eeuwse remise en een kleine ronde duiventoren. Het hoofdgebouw wordt bewoond door de nazaten van de familie Ruys. Het geheel is witgekalkt en omgracht. De fraaie landschappelijke aanleg rondom het kasteel kreeg vorm in de loop van de 18e eeuw en begin van de 20e eeuw.

Het kasteel is een rijksmonument en beschermde historische buitenplaats; welke bestaat naast het terrein binnen de omgrachting ook uit een stelsel van omringende lanen, weiden, siertuin, een landschapspark en een bosaanleg met padenstructuur.










KASTEEL OEVERBERG. KESSEL.




KASTEEL OEVERBERG - KESSEL. 

          GEM. PEEL EN MAAS.




Volgen we nu de weg op de hoger gelegen Maasoever naar het veer over de Maas dan zien we links een kasteelachttige woning liggen, verscholen achter een hoge groene haag.





Het is Huis de Oeverberg en werd in 1870/1872 door de laatste bewoner van kasteel de Keverberg, baron Frits gebouwd. Hij wilde hiermee de eenzaamheid van het kasteel de Keverberg ontvluchten en liet daarom deze kasteelachttige villa bouwen. Hij heeft er nog zes jaar gewoond tot aan zijn dood in 1876.

De naam 'de Oeverberg' is afgeleid van de naam van een oude boerderij, die langs het Veersepad heeft gestaan op de plaats waar nu de kapelanie ligt (Veersepad no.5).
Deze boerderij had de naam 'Op den Oever'. Zowel de binnen- als de buitenkant van het kasteel zijn nagenoeg in oorspronkelijke staat. Het is bewoond en niet toegankelijk voor het publiek .







KASTEEL KEVERBERG. KESSEL.



KASTEEL KEVERBERG - KESSEL. 

            GEM. PEEL EN MAAS.





Kasteel Keverberg is oorspronkelijk een middeleeuws mottekasteel. We betreden het kasteel terrein via, de gerestaureerde poorttoren aan de zuidoostzijde, uit ca. 1400.




Een eerste versterking bestond hier al in de 9e eeuw; in 870 kwam dit 'castellum', bij de verdeling van het Duitse keizerrijk, bij Pruisen; in 1062 is de burcht bekend als 'Silva Ketela'en in 1113 vinden we de vermelding als 'Casla'. Casla was een versterkte Maasvesting aan de Romeinse heerbaan van Mosae Trajectum (Maastricht) naar Noviomagum (Nijmegen)

Het zware muurwerk dateert uit de 13e en 14e eeuw. Resten van een forse zaaltoren uit de 11e eeuw zijn in de 12e eeuw bedekt door de kunstmatige heuvel.Stukken van de burchttoren en de ringmuur, met woonruimten, dateren uit de 13e tot 16e eeuw. In de 17e eeuw werd de binnenplaats vernieuwd.



Als eerste graaf van Kessel wordt in 1082 Hendrik I genoemd, familie van een Gelderse Hertog. In 1279 werd het graafschap verkocht aan de heer Reinaud I van Gelder.
Op oude kaarten wordt het kasteel ook wel aangeduid onder de naam 'Keverborg', maar dit moet een fout zijn van de kaarten tekenaar, daar de laatste particuliere bewoners baronnen De Keverberg waren.


In 1944 werd door oorlogsgeweld het kasteel verwoest, waarna vooral de middeleeuwse bouwdelen zijn geconsolideerd. De huidige gerestaureerde kasteel ruïne wordt hoofdzakelijk gebruikt voor culturele en toeristisch-recreatieve doeleinden. Vanaf de berg heeft men een geweldig fraai uitzicht over de Maasvallei.
Het geheel is nu een rijksmonument.



Onder aan de berg tegen een oude kerkhofmuur staat een gietijzeren kruis. Het is een schenking van de plaatselijke heemkunde vereniging. Het is het grafkruis van Matilde van Keverberg van Kessel. De laatste van het geslacht van Keverberg. Mathilde was enigst kind van baron van Keverberg en Louisse Villers de Peté. Zij werd geboren in Kessel op 23 april 1858 en overleed op 7 juni 1921 te Vaals waar zij begraven ligt bij het voormalige klooster Blumenthal.








dinsdag 11 oktober 2011

KASTEEL 'DE BERCKT'. BAARLO.




              KASTEEL 'DE BERCKT'. 

                BAARLO - LIMBURG. 

               GEM. PEEL EN MAAS.



Kasteel de Berckt is gebouwd in de 13e eeuw. Het kasteel was gelegen aan de oude Romeinse heerweg tussen de plaats Kessel en Venlo. In een oude oorkonde van 1219 wordt een Godefridus, leenman van de Graaf Kessel, als bezitter van het kasteel 'De Berckt' genoemd.

De Berckt wordt al verheven in 1326, door Tilman van Eyell. De familie van Eyell was tot aan het einde van de 16e eeuw de rijkste familie van Baarlo.



Via huwelijken komt het kasteel in bezit van de families Criekenbeek, Hardenraedt, Pollaert en Rhoe Obsinnich. Vrouwe Agnes van Crieckenbeek schonk het kasteel in 1594 als bruidsschat aan Godfried van Hardenraet. Johanna Aleida van Hardenraet gaf het in 1671 weer aan haar man Lambert van Pollaert, heer van Aldeneyk. Na diens dood trad Aleida in het huwelijk mat baron Hans Frederik de Rhoe d'Obsinnich.





Hans Frederik baron de Rhoe d'Obsinnich, heer van Baarlo, was luitenant in dienst van de Republiek der Verenigde Provinciën en stierf in de oorlog in Portugal, in 1704.
Zijn dochter, Eva Thérèse, barones de Rhoe d'Obsinnich, huwde in 1707 de Belgische Rijksbaron Willem II d'Olne. Zie het alliantie wapen boven het poortgebouw. Eva Thérèse overleed in 1754 op het kasteel Olne, provincie Luik, België.


In 1830 wordt het kasteel verkocht aan Baron Scherpenzeel-Heusch. Hij laat het oude kasteel slopen, uitgezonderd de poortgebouwen aan de zuidzijde (17e eeuw) en laat een nieuw gebouw neerzetten in een Italiaanse stijl.





Kasteel 'De Berckt' blijft tot 1902 in handen van de familie Coenegracht. Aan het begin van de 20e eeuw wordt het een klooster van respectievelijk de Franse Carmelitessen, de Paters Fransiscanen en vanaf 1931 de Paters van het Allerheiligste Sacrement.
In 1980 werd het kasteel gerestaureerd. In 1994 kocht de Arcenaar Nagels het kasteel en vestigde er een groepsaccommodatie in.



Niet ver van de ingang van het kasteel ligt een gebouw wat nu geheel gerestaureerd is en waarschijnlijk een van de bijgebouwen van het kasteel is geweest.












KASTEEL d'ERP. BAARLO.




        KASTEEL d'ERP - BAARLO. 

            GEM. PEEL EN MAAS.





Kasteel d'Erp, ook wel bekend onder de naam 'Huys Baerlo' of 'De Borcht' is oorspronkelijk een rond 1200 gebouwde burcht. Dit versterkte Huys wordt voor het eerst vermeld, als het in 1388 wordt verkocht aan Jacob van Montfort.



De naam d'Erp is ontleend aan de laatste adellijke familie die het kasteel bewoonde. Omstreeks 1400 werd het eerste kasteel op deze plek gebouwd. De Borcht werd bewoond door Gerard van Baerle. Het kasteel heeft een bewogen geschiedenis.. In 1543 bezoekt Karel V het kasteel. In 1572 wordt het geplunderd door de Geuzen na een belegering door Willem van Oranje en zijn zoon Frederik Hendrik. Vijf jaar later wordt het in brand gestoken.




Sybert II van Eyll herbouwt het kasteel in 1590. Na de familie van Eyll zijn de families van Bierens en van Erp de belangrijkste bezitters geweest. In 1914 verlaat familie van Erp het kasteel na er van 1787 in gewoond te hebben, maar blijven wel de bezitters er van.




In 1961 koopt de gemeente het sterk vervallen kasteel en liet het in 1974 volledig restaureren.

Het zuidoostelijke gedeelte heeft dienst gedaan als ambtswoning voor de burgemeester en het noordwestelijke gedeelte als cultureel centrum.




Momenteel is het kasteel prive bezit en niet opengesteld voor bezoekers. De er achter gelegen boerderij uit de 17e eeuw is nu nog bewoond.







maandag 10 oktober 2011

BAARLO. WATERMOLEN EN WASPLAATS.



WATERMOLEN EN WASPLAATS. 

BAARLO - GEM. PEEL EN MAAS.






Vanuit Tegelen door Steyl gereden en met het veer de Maas overgestoken naar Baarlo op de westelijke- of linker Maasoever. Baarlo, op z'n Limburgs Baolder, is een dorp gelegen in de gemeente Peel en Maas. het ligt acht kilometer ten zuiden van Blerick-Venlo en ten noorden van Kessel.

WATERMOLEN.




In het park bij kasteel d'Erp, ook wel bekend onder de naam De Borcht, ligt een watermolen. De eerste vermelding van een watermolen aldaar dateert uit 1326 en behoorde aan het 'Huys tot Baerlo', kasteel d'Erp.
Het huidige gebouw dateert uit het begin van de 17e eeuw en werd waarschijnlijk gebouwd door Sybert III van Eyll. De molen bleef tot 1960 in bedrijf.


Deze molen behoort tot de 'onderslagmolens'. Het is een watermolen die door de stroming van een beek of rivier door middel van een waterrad omzet in rotatie-energie, die nuttig kan worden gebruikt voor het malen van graan of het persen van olie.

In 1850 werd de molen omgebouwd tot oliemolen met het zijn kollermaal systeem.
De molen werd in 1976 geheel gerestaureerd.

WASPLAATS.


Vlak bij de watermolen ligt een oude wasplaats 'de Sprunck'. Sprunck betekend (water)sprong, wat wil zeggen een spontane waterbron. In het bassin wordt het water opgevangen en het heeft een overloop naar de Kwistbeek, waaraan de watermolen is gelegen.

Vanaf de middeleeuwen werd deze waterpoel gebruikt als drenkplaats voor het vee, dat in kudde op de gemene beemden en uiterwaarden van de rivier de Maas had gegraasd en in de avond door de boer weer terug werd gedreven naar de stal.

Vanaf het begin van de 19e eeuw kreeg deze bron de functie van dorpswasplaats met er omheen de 'bleek' om het wasgoed te bleken. Het huidige bouwwerk dateert uit 1870.

De vrouwen uit het dorp kwamen met kruiwagens en manden vol wasgoed naar deze wasplaats om de was te doen. Tevens werd onder het wassen het laatste dorpsnieuws en uit de omgeving uitgewisseld.