zondag 6 maart 2011

ENKHUIZEN. DROMEDARIS EN GEVANGENIS. (2)


ENKHUIZEN - DROMEDARIS 

          EN GEVANGENIS.





ENKHUIZEN.

Enkhuizen is de meest oostelijk gelegen gemeente in de regio West-Friesland, in de provincie Noord-Holland, aan het IJsselmeer en Markermeer.


GESCHIEDENIS.

Het bestaan van Enkhuizen dateert uit de Middeleeuwen als een haven- en vissersdorp. Opgravingen hebben aan het licht gebracht dat het gebied al zeker 1500 jaar v.chr. bewoond was.

In 1356, op 9 april, verleende Graaf Willem V Enkhuizen stadsrechten en werd het samengevoegd met het dorp Gommerkerspel, waarvan de kern ongeveer op de plaats lag waar nu de huidige Westerkerk staat. Buiten de zeedijk lag vroeger Oostdorp Enkhuizen dat in de stormvloed van 1421 verloren is gegaan.

In de 14e eeuw werd begonnen met de aanleg van de eerste haven, waarvan de Zuiderhavendijk nog is overgebleven. In de 15e en 16e eeuw werden er meerdere havens en vestingwerken aangelegd.

Gedurende de 80-jarige oorlog met Spanje heeft Enkhuizen in de strijd om de vrijheid een belangrijke rol gespeeld. De stad schaarde zich als eerste stad in Holland en West-Friesland vrijwillig achter de Prins van Oranje. Om de stad beter te beschermen werd aan de voet van de Zuiderpoort het bolwerk Willigenburg aangelegd, dat zich bevond op de plaats waar nu de Dromedaris staat. In 1593 werd de stad verder uitgebreid met een nieuwe omwalling die versterkt werd met zeven bastions.

In de 17e eeuw was het een bloeitijd voor de stad Enkhuizen. In 1602 werd de Oost-Indische Compagnie (VOC) opgericht, waarvan de kamer in Enkhuizen werd gevestigd. Ook de in 1622 opgerichte West-Indische Compagnie (WOC) was in de stad vertegenwoordigd. Door de handel op de Oostzeelanden, Engeland, West-Afrika en Indië werd Enkhuizen een welvarende stad.
Tevens telde de stad de grootste haringvloot van het land.

Eind 17e eeuw trad het verval van de stad in door de oorlogen met Engeland, de concentratie van de handel naar Amsterdam en het verzanden van de havenmonding. Na de aanleg van de Afsluitdijk ging ook de haringvisserij verloren.

GEMEENTE VLAG EN STADSWAPEN.

De gemeentevlag heeft dertien even hoge banen van rood en geel, met in de broektop, ter hoogte van vijf banen, een wit vierkant met daarop het stadswapenschild.De vlag werd officieel ingesteld bij gemeenteraadsbesluit van 8 augustus 1949, maar ze komt (zonder wapen) reeds voor op vlaggenkaarten uit 1711.
Het stadswapen werd bij besluit van de Hoge Raad van Adel van 26 juni 1816 het wapen van Enkhuizen als volgt vastgesteld: een schild van lazuur (blauw), beladen met drie haringen (naar rechts gewend ) van zilver geplaatst en fasce (liggend), gekroond van goud en vergezeld van drie sterren van goud, staande boven elkaar; het wapen vastgehouden door een staande vrouw.

Voor 1816 kwam het wapen vaak voor met een blauw schild waarop drie haringen naar links gewend van zilver en gescheiden door twee dito sterren.

DE DROMEDARIS.

De Dromedaris is de oude zuidelijke toegangspoort van het oude gedeelte van Enkhuizen en is gebouwd als een verdedigingsbouwwerk bij de ingang van de haven. In de geschutskelder stonden kanonnen die de haveningang konden bestrijken. Er is een gevechtstoren uit 1540.

De oude naam van het gebouw is de Zuiderpoort of de Ketelpoort, daar de poort voerde naar de zoutketens (winning) ten zuiden van de stad. Het zout werd gewonnen door verdamping van het water uit de Zuiderzee. Voor de Dromedaris over de ingang van de oude haven is een witte ophaalbrug wat nu een rijksmonument is.
Na de Tachtigjarige oorlog met Spanje werd het gebouwd verhoogd. De bouw duurde van 1649 tot 1659. Hierna deed het gebouw dienst als gevangenis, op de bovenverdieping zijn nog enkele cellen in het eiken beschot, wachtkazerne, belastingkantoor, voor het innen van accijns op de ingevoerde goederen, en later als telegraafkantoor.




DE STADSGEVANGENIS.



De stadsgevangenis dateert in zijn huidige vorm uit 1612. Het gebouw staat scheef omdat het op het oude talud van de West-Friese Omringdijk is gebouwd. De gevangenis is in originele staat. In de cellen zijn nog teksten en tekeningen van de gevangenen te zien. In de vloeren hebben de gevangenen schaak- en speelborden van het zogenaamde 'molenspel' gekrast.
De onderste drie cellen zijn volgens een inscriptie in de linker cel ouder dan de overige cellen. Het lijkt of het gebouw over deze cellen is heen gebouwd.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten